Abstract
This article provides an overview of two hundred years of Dutch Caribbean poetics: from Eurocentrism to originality, from imitation towards creation. In the 19th century colonial poets of the ABC islands followed European examples, in the beginning of the 20th century they searched for local themes and forms, and from the last decades of the 20th and in the beginning of the 21st centuries they combined the local and the global arriving at a creative amalgam of the glocal.
References
A.d.C. 1936. “Ta berde tin literatura?” La Union 19 III; 26 III en 2 IV 1936. In het Neder-lands vertaald in Aart G. Broek e.a. (2006)
Akker, Wiljan van den. 1985. Een dichter schreit niet. Utrecht: Veen.
Broek, Aart G. et al. 2006. De kleur van mijn eiland; Ideologie en schrijven in het Papiaments sinds 1863. Leiden: KITLV Uitgeverij.
Fanton, Frantz. 1973[1961]. De verworpenen der aarde. Amsterdam: Uitgeverij en boekhandel Van Gennep.
Helman, Albert. 1974. “Over ‘nationale’ letterkunde.” Amsterdam: Sticusa Journaal 31.
Oversteegen, J.J. 1982. Beperkingen Methodologische recepten en andere vooronderstellingen en vooroordelen in de moderne literatuurwetenschap. Utrecht: H&S Uitgevers.
Rutgers, Wim. 1988. Het nulde hoofdstuk van de Antilliaanse literatuur; Koloniale poëzie in de Curaçaosche Courant 1812-1865. Oranjestad: Editorial Charuba.
Rutgers, Wim. 1992. Letterkundig leven rond de eeuwwisseling. Oranjestad: Editorial Charuba / Willemstad: Amigoe-Ñapa.
Rutgers, Wim. 1994. Schrijven is zilver spreken is goud; Oratuur, auratuur en literatuur van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dissertatie Universiteit Utrecht.
Rutgers, Wim. 1996. Beneden en boven de wind. Literatuur van de Nederlandse Antillen en Aruba. Amsterdam: De Bezige Bij.
Said, Edward W. 1993. Culture and Imperialism. London: Chatto & Windus Ltd.
License
Copyright (c) 2018 Wim Rutgers
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.